Print blogartikel
RAWeetje
Hoe controleert de opdrachtgever de kwaliteit van werkzaamheden op beeldkwaliteit?
In een RAW-bestek kunnen bepaalde werkzaamheden voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijn beschreven op basis van beeldkwaliteit.
4 juni 2020 | 3 minuten lezen
Voor de controle op de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden zijn 2 vormen beschikbaar:
1. De dagelijkse controle, waarbij de directie aan de aannemer kan aangeven dat een bepaald beheeraspect niet voldoet aan het voorgeschreven kwaliteitsniveau.
2. De opneming van het werk, waarbij de directie in het kader van de termijnbetalingen aan de hand van een steekproef oordeelt of de aannemer recht heeft op volledige betaling dan wel in aanmerking komt voor een korting.
De resultaatsverplichting in een RAW-bestek op basis van beeldkwaliteit, bestaat uit het in stand houden van een voorgeschreven kwaliteitsniveau gedurende een in het bestek vermelde periode. Anders dan bij resultaatsverplichtingen op basis van een frequentie wordt de aannemer niet betaald voor het uitvoeren van een onderhoudsronde, maar op het in stand houden van een verlangd ‘beeld’.
Het kan daardoor voorkomen dat een aannemer zonder het verrichten van werkzaamheden toch het kwaliteitsniveau in stand kan houden. Dit komt voornamelijk voor bij beheeraspecten waarbij de kwaliteit langzaam achteruit gaat. Denk aan bijvoorbeeld scheurvorming in asfaltverharding, scheefstand van verlichtingsobjecten en het hoogteverschil tussen putrand en omliggende verharding.
Bij de dagelijkse controle kan de aannemer door de directie, of een andere persoon die de directie bijstaat, worden gewezen op tekortkomingen. Feitelijk is er dan volgens de UAV 2012 sprake van onvoldoend werk. De aannemer moet dit voor zijn rekening herstellen. Het wijzen op een onvolkomenheid kan een formeel karakter krijgen wanneer de directie gebruik maakt van een besteksmelding. Een besteksmelding verplicht de aannemer om binnen een in het bestek vastgelegde termijn het herstel te realiseren. Voldoet de aannemer hier niet aan, geldt een korting van € 250,- voor elke werkbare werkdag dat de aannemer in gebreke blijft.
Een opdrachtgever moet zich realiseren dat het doen van besteksmeldingen ingrijpt op het reguliere onderhoudsproces van de aannemer. Een aannemer die (een deel van) zijn capaciteit moet stoppen in het verhelpen van onvolkomenheden kan niet gelijktijdig het nodige geplande onderhoud verrichten. Een opdrachtgever moet zich dan ook afvragen in welke situaties het doen van besteksmeldingen gewenst is. Een gesprek aangaan met de aannemer om samen te sturen op beter regulier onderhoud, geeft waarschijnlijk een beter resultaat op lange termijn.
Voor de opneming van het werk is de meetprocedure vermeld in artikel 01.24.08 van de Standaard RAW Bepalingen. Voor deze steekproefsgewijze controle wordt per meetronde 10% van alle meetlocaties, met een minimum van 25 en een maximum van 100, beoordeeld. Afhankelijk van het in de bestekspost opgenomen onderhoudsaspect beoordeelt de directie op elke meetlocatie één meetvak, meetstrook of meetobject. Zie het rekenvoorbeeld hieronder.
Op een meetlocatie worden alle voorkomende onderhoudsaspecten die in het bestek zijn opgenomen beoordeeld. Wanneer uit de opneming blijkt dat een onderhoudsaspect in ten minste 90% van de meetlocaties voldoet heeft de aannemer recht op de volledige betaling zoals die volgt uit de termijnstaat. Wanneer minder dan 90% voldoet, heeft de opdrachtgever het recht een korting op te leggen. De hoogte van de korting is in de Standaard RAW Bepalingen geregeld. Komt een in het bestek opgenomen onderhoudsaspect in een op te nemen meetlocatie niet voor, blijft de meetlocatie bij het vaststellen van het percentage dat niet voldoet buiten beschouwing.
Of een korting wel of niet wordt opgelegd is ter beoordeling van de opdrachtgever. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor buiten toedoen van de aannemer de beoordeelde kwaliteit niet voldoet. Vooral weersomstandigheden kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Ook het moment van opneming kan gevolgen hebben voor het resultaat. Denk in dit geval aan opneming van zwerfafval direct na het weekend of na marktdagen. In dergelijke gevallen is het redelijk dat de aannemer de gelegenheid heeft de ontstane achterstand weg te werken. Het plan van aanpak van de aannemer en zijn geplande werkinzet kan hierbij een belangrijke rol spelen.
Van de aannemer mag worden verwacht dat hij de kwaliteitsborging op zich neemt. De aannemer is immers verantwoordelijk voor het handhaven van het voorgeschreven kwaliteitsniveau. De aannemer moet daarom op de hoogte zijn van de aanwezige situatie en tijdig maatregelen inplannen om overschrijding van het voorgeschreven niveau te voorkomen. Het zich houden aan een vooraf opgesteld onderhoudsschema ontslaat hem niet van zijn verplichting het voorgeschreven kwaliteitsniveau in stand te houden.