Print blogartikel
RAWeetje
Is de risicoregeling altijd van toepassing?
Prijzen van brandstoffen en bouwmaterialen veranderen met de tijd. Deze kunnen stijgen of dalen.
4 juni 2020 | 4 minuten lezen
Loonkosten stijgen doorgaans elk jaar in meer of mindere mate. Hoeveel is vooraf nooit bekend. Van een aannemer wordt verwacht dat hij bij inschrijving rekening houdt met het risico van wijzigingen in kosten die optreden tijdens de uitvoeringsduur van de overeenkomst. Met de Risicoregeling GWW kan de aannemer dit risico tot een minimum beperken.
Het doel van de risicoregeling is de omvang van risico’s die na de uiterste datum voor het indienen van de inschrijving ontstaan door loon- en prijswijzigingen, te beperken en op een eenvoudige manier te verrekenen. Hiertoe worden de ontwikkelingen van loonkosten, brandstofprijzen en bouwstofprijzen in de markt gevolgd en verwerkt in indexen ten behoeve van de risicoregeling.
Het gaat hierbij duidelijk om een beperking van het risico en niet om het wegnemen daarvan. Dit laatste zou in veel gevallen een te omvangrijke administratie en documentatie verlangen die niet meer in verhouding staat tot de te verrekenen bedragen. De risicoregeling moet dan ook eenvoudig toepasbaar zijn, zonder dat dit leidt tot administratieve lasten.
De Risicoregeling GWW maakt deel uit van de RAW-systematiek en is opgenomen in de Standaard RAW Bepalingen (hoofdstuk 01 paragraaf 04). In artikel 01.04.01 lid 03 staat: Het bepaalde in deze risicoregeling is van toepassing tenzij het bestek anders vermeldt.
In de risicoregeling wordt onderscheid gemaakt tussen de verrekening van wijzigingen in loonkosten, prijzen van brandstofgroepen en prijzen van bouwstofgroepen.
1. Loonkosten
Vooraf maakt de opdrachtgever een inschatting welk percentage van de aannemingssom uit loonkosten bestaat. Dit percentage (het loonkostenbestanddeel) moet in het bestek worden vermeld. Voor de bestekschrijver zijn hiervoor standaardteksten opgenomen in de RAW-Catalogus met bepalingen.
Verrekend wordt met behulp van één loonkostenindex, die geldt voor alle categorieën werknemers. De ontwikkelingen in de loonkosten voltrekken zich geleidelijk en zijn op korte termijn min of meer voorspelbaar. Daarom worden wijzigingen uitsluitend verrekend indien en voor zover de uitvoeringsduur van het werk langer is dan één jaar.
De loonkostenindex is niet alleen afhankelijk van de ontwikkeling van cao-lonen, maar wordt eveneens beïnvloed door wettelijke regelingen, zoals de afdracht van premies sociale lasten en pensioen.
2. Prijzen van brandstofgroepen
Dit betreft de verrekening van gasolie en elektriciteit. Bij gasolie wordt onderscheid gemaakt tussen twee brandstofgroepen, te weten:
01 gasolie met hoog accijnstarief;
03 gasolie exclusief accijns.
In het bestek wordt (worden) uitsluitend de brandstofgroep(en) vermeld die op het werk betrekking hebben. Daarbij wordt bij de in het bestek genoemde groep tevens het door de opdrachtgever ingeschatte percentage van de aannemingssom vermeld (het brandstoffenbestanddeel). Ook hiervoor zijn standaardteksten opgenomen in de RAW-Catalogus met bepalingen.
Omdat de prijsontwikkelingen bij brandstoffen onvoorspelbaar zijn (stijging en daling), worden prijswijzigingen vanaf de datum van aanvang van het werk verrekend.
Net als het loonkostenbestanddeel, worden de brandstoffenbestanddelen door de opdrachtgever in het bestek vermeld. Als een inschrijver van mening is dat deze niet overeenkomen met de praktijk doet hij er verstandig aan daarover een vraag te stellen bij inlichtingen. De opdrachtgever heeft dan nog de mogelijkheid dit percentage in de ‘nota van inlichtingen inschrijvingsfase’ te wijzigen. Ditzelfde geldt uiteraard ook voor het al eerder genoemde loonkostenbestanddeel.
3. Prijzen van bouwstofgroepen
In een bestek kan sprake zijn van de levering van een groot aantal verschillende bouwstoffen. Om verrekening eenvoudig te houden, zijn in de risicoregeling slechts twaalf bouwstofgroepen benoemd die geacht worden representatief te zijn voor de gww-sector.
Verrekening van wijzigingen in kosten van bouwstofgroepen vindt uitsluitend plaats:
– indien in het bestek een afzonderlijke leverantiepost is opgenomen voor die betreffende bouwstof met de tekst “Op deze leverantiepost is de Risicoregeling GWW, bouwstofgroep xx van toepassing”, bij voorkeur met vermelding van de bouwstofgroep waartoe deze bouwstoffen behoren. Speciale resultaatsbeschrijvingen van leveringen van bouwstoffen zijn hiervoor opgenomen in subwerkcategorie 10.04 in de RAW-Catalogus met resultaatsbeschrijvingen.
– indien en voor zover de uitvoeringsduur van het werk langer duurt dan één jaar. Uitzondering hierop vormen de bouwstofgroepen ‘Wegenbouwbitumen’ en ‘Bitumineuze bindmiddelen exclusief wegenbouwbitumen’, omdat de prijsschommelingen van deze van aardolie afgeleide producten op korte termijn groot en onvoorspelbaar kunnen zijn.
Het antwoord op de vraag of in RAW de risicoregeling altijd van toepassing is, luidt: ‘JA’ tenzij:
– het bestek anders vermeldt’. Het bestek kan echter ook een deel van de risicoregeling uitsluiten, bijvoorbeeld de verrekening van loonkosten en/of brandstofkosten);
– voor een bouwstof geen afzonderlijke leverantiepost is opgenomen in het bestek, waarbij expliciet wordt verwezen naar de risicoregeling.
Let wel: het ontbreken van een loonkostenbestanddeel of brandstoffenbestanddeel in het bestek sluit de risicoregeling op dat punt niet uit. In het ongewisse blijft in dat geval welk percentage voor verrekening in aanmerking komt. Het onderbrengen van de leverantie van een bouwstof in een resultaatsverplichting ‘Aanbrengen…’ middels het kenmerk ‘L’ in de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’ sluit de verrekening van prijswijziging via de risicoregeling van die bouwstof daarentegen wel uit.
Dit legt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de bestekschrijver. Hij zal een zorgvuldige afweging moeten maken welke kosten voor verrekening in aanmerking moeten komen en de bijbehorende informatie op juiste wijze in het bestek opnemen. Een goede invulling van de risicoregeling zorgt voor een evenwichtige risicoverdeling tussen opdrachtgever en aannemer.
Voor het kunnen toepassen van de risicoregeling zijn indexcijfers nodig. Deze ‘Indexen ten behoeve van de Risicoregeling GWW 1995’ verschijnen maandelijks en zijn op basis van een abonnement bij CROW verkrijgbaar. Momenteel zijn er circa 700 organisaties die een abonnement bij CROW hebben afgesloten.
Hoewel de aannemingsovereenkomst formeel slechts de relatie tussen opdrachtgever en aannemer regelt, kan de risicoregeling ook worden toegepast in de relatie tussen aannemer en toeleverancier(s) of onderaannemer(s). Verder worden de indexen ten behoeve van de risicoregeling regelmatig gebruikt voor het indexeren van onderhoudscontracten, het maken van begrotingen en voor de verrekening in UAVgc-contracten. Bij dergelijke toepassingen van de risicoregeling zijn aanvullende (reken)afspraken nodig. De bepalingen in de Standaard RAW Bepalingen zijn gericht op het gebruik van de risicoregeling in RAW-bestekken.
Overigens is de risicoregeling voor RAW-raamovereenkomsten in beginsel uitgesloten. Bij een r RAW—raamovereenkomst is het toepassen van een indexewringsregeling een voor de hand liggender oplossing. Hierbij wodt niet achteraf verrekend op basis van werkelijk opgetreden wijzigingen van kosten en prijzen, maar worden vooruitlopend op een nieuwe contractperiode nieuwe prijsafspraken gemaakt. Dit is te vergelijken met een inflatiecorrectie. Keuzebepalingen voor het toepassen van een indexeringsregeling zijn opgenomen in de RAW‑Catalogus met bepalingen in paragraaf 01.21.
Indien gewenst kan de Risicoregeling GWW wel worden toegepast in, op basis van de raamovereenkomst, te verstrekken deelopdrachten. Dit moet dan in de RAW-raamovereenkomst worden vermeld.