Herziening Proef 66: Bepalen van de verdichtingsgraad van asfalt ligt ter visie
Waarom de herziening van Proef 66?
De herziening van proef 66 is voortgekomen uit het feit dat bij asfaltdeklagen sprake kan zijn van onterechte afkeur op (te lage) verdichtingsgraad. Deze problematiek is besproken in de permanente werkgroep Asfaltverhardingen. Het is een branchebreed probleem en aannemeronafhankelijk.
Het lijkt erop dat de bepaling van de streefdichtheid en dichtheid proefstuk van dunne asfaltproefstukken in de praktijk bepalende factoren zijn in deze problematiek.
Uit laboratoriumonderzoek van kernen uit een proefplaat blijkt dat de dichtheid afneemt als de hoogte van de kernen door polijsten worden verkleind. Uit onderzoek van circa 17.000 boorkernresultaten blijkt dat de verdichtingsgraad voornamelijk afhankelijk is van de verhouding tussen de laagdikte en de nominale korrelmaat. De invloed van andere mogelijke invloedsfactoren, zoals de weersomstandigheden, is klein.
Hoewel de rol die een groot aantal factoren in de problematiek van verdichtingsgraad spelen onduidelijk is, heeft de WGA voor een pragmatische oplossing van het verdichtingsgraadprobleem van deklagen gekozen.
Dit is verder toegelicht in het ter visie liggende stuk.
Benieuwd naar de nieuwe Proef 66? Deze lees je hier inclusief het commentaarformulier en de achtergrondinformatie.
Het is mogelijk om tot 24 september 2023 commentaar te leveren.