Print blogartikel
RAWeetje
Geven afwijkende bestekshoeveelheden recht op verrekening? Deel 2: Hoeveelheden ter inlichting
Heeft de aannemer recht op verrekening of bijbetaling als verwerkte hoeveelheden afwijken van de bestekshoeveelheden?
4 juni 2020 | 4 minuten lezen
In dit deel van het RAWeetje worden de ‘hoeveelheden ter inlichting’ besproken. In deel 1 komen de ‘hoeveelheden resultaatsverplichting’ aan bod.
De aannemer moet de bouwstoffen leveren die nodig zijn voor het werk. Dit is zo geregeld in paragraaf 6 lid 3 sub a van de UAV. Om te voorkomen dat iedere inschrijver alle hoeveelheden bouwstof dan maar zelf moet uittrekken, is binnen de RAW-systematiek afgesproken dat de opdrachtgever de hoeveelheden bouwstof in de daarvoor bestemde kolom ‘hoeveelheid ter inlichting’ van deel 2.2 vermeldt. Een ‘L’ of een ‘T’ in de sub-kolom geeft aan of de hoeveelheid bouwstof respectievelijk door de aannemer wordt geleverd of door de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld (zie de bepalingen op de eerste pagina van deel 2.2 van een RAW-bestek).
Als de bestekschrijver heeft verzuimd een hoeveelheid bouwstof in de kolom ‘hoeveelheid ter inlichting’ te vermelden, dan zal alleen onder bepaalde omstandigheden kunnen worden teruggevallen op paragraaf 6 lid 3a van de UAV. Er is tenslotte binnen de RAW-systematiek afgesproken dat gebruik wordt gemaakt van de kolom ‘hoeveelheid ter inlichting’ met de aanduidingen ‘L’ of ‘T’.
De volgende zaken spelen in die afweging echter een belangrijke rol:
– Kleine leveringen (spijkers, schroeven en dergelijke) worden niet in het bestek vermeld. Deze vallen onder de ‘levering van de nodige bouwstoffen’ volgens paragraaf 6 lid 3a;
– Bij het ontbreken van een ‘L’ of een ‘T’ kan er niet zondermeer vanuit worden gegaan dat de opdrachtgever deze benodigde bouwstoffen ter beschikking stelt. Of dat deze door de aannemer worden geleverd. Daarmee kan een onduidelijkheid in het bestek zijn ontstaan.
Met de levering van bouwstoffen is vaak veel geld gemoeid. Eenduidigheid in het bestek hierover is daarom van groot belang. Het zorgen voor eenduidigheid is mede een taak van de inschrijvers. Het is daarom wenselijk dat inschrijvers tijdens de aanbestedingsfase bij inlichtingen vragen waar de bouwstof vandaan moet komen.
Overigens kan de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’ ook worden gebruikt voor het geven van duidelijkheid over andere soorten hoeveelheden ‘niet zijnde een bouwstof’ (zie hiervoor paragraaf 03 op de eerste pagina van deel 2.2 van een RAW-bestek). Deze hoeveelheden worden aangegeven met een ‘I’. Met name bij bundelingen van besteksposten wordt hier gebruik van gemaakt.
In paragraaf 38 lid 3 van de UAV staat: “Afwijkingen van andere dan de in het eerste of tweede lid bedoelde hoeveelheden (het gaat hier om verrekenbare en geschatte hoeveelheden), worden beschouwd als bestekswijzigingen en verrekend…”. Deze bepaling geeft een belangrijke regel weer: de aannemer moet rekenen met de hoeveelheden die in het bestek zijn vermeld.
In een RAW-bestek is echter een bijzondere regel geïntroduceerd op de eerste pagina van deel 2.2 van het bestek. Hierin staat in paragraaf 03 ‘Hoeveelheid ter inlichting’: “De in de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’ vermelde hoeveelheden worden uitsluitend ter inlichting verstrekt. Wanneer deze hoeveelheden afwijken van die, af te leiden uit de resultaatsverplichting, zijn deze laatste bindend.”
Kan de inschrijver tijdens de calculatie uit de resultaatsbeschrijving afleiden dat het vermelde getal onjuist is, dan wordt hij geacht met het juiste getal te calculeren. En vindt daarmee in de uitvoeringsfase geen verrekening plaats op basis van de onjuiste hoeveelheid uit de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’. Is echter de hoeveelheid niet af te leiden uit de resultaatsbeschrijving, dan wordt de aannemer geacht te calculeren met de in de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’ genoemde hoeveelheden. Eventuele afwijkingen in de uitvoeringsfase moeten worden verrekend (het betreft in dat geval een bestekswijziging).
Hoeveelheden vrijgekomen materialen die als bouwstof worden hergebruikt in het werk, worden niet genoemd in de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’. Deze materialen zijn namelijk al aanwezig in het werk en hoeven niet te worden toegevoegd (geleverd of ter beschikking gesteld). Bij hergebruik van vrijgekomen materialen kan het beste in de kolom ‘omschrijving’ worden aangegeven volgens welke bestekspost deze materialen weer moeten worden verwerkt. In de post voor het aanbrengen/verwerken wordt vervolgens verwezen naar de herkomst van deze materialen. Zo wordt over en weer verwezen naar de verwijder- en de aanbrengpost, wat de eenduidigheid ten goede komt.
Wanneer een aannemer een bouwstof moet aanschaffen voor een tijdelijke constructie, blijft deze bouwstof na het verwijderen van de tijdelijke constructie eigendom van de aannemer. Hiervoor wordt geen leverantie in het bestek opgenomen. Op basis van paragraaf 6 lid 3 sub b van de UAV moet de aannemer bij de kosten voor het toepassen van de tijdelijke constructie de kosten van het gebruik van de bouwstof (dat is het kostenverschil tussen aankoop en verkoop van een bouwstof) calculeren, ook al staat er geen ‘L’ in de kolom bouwstof. Als hulpwerken in het werk moeten blijven (of om andere redenen eigendom van de opdrachtgever moeten worden of eigendom van de opdrachtgever blijven), zal dit in de kolom ‘Hoeveelheid ter inlichting’ moeten worden aangegeven met een levering (L) of ter beschikkingstelling (T).
Paragraaf 38 lid 4 van de UAV vermeldt dat de in het bestek opgenomen hoeveelheden, de in het werk gemeten hoeveelheden zijn. Dat wil zeggen dat de bestekschrijver bijvoorbeeld knip-, hak- en snijverliezen (zoals bij bestratingswerkzaamheden) niet hoeft mee te rekenen; de aannemer uiteraard wel. Ook diefstal en schade zullen in veel gevallen om deze reden een zorg van de aannemer zijn, mede op basis van paragraaf 20 van de UAV.
Het uittrekken van tekeningen, het inventariseren van mogelijk hergebruik van materialen en daarmee het inschatten van het bijleveren van tekortkomende materialen, blijft de verantwoordelijkheid van de bestekschrijver. Argumenten zoals ‘dat had je op tekening kunnen zien’ of ‘dan had je maar buiten moeten kijken’ gaan in het kader van de RAW-systematiek en jurisprudentie niet op.
Het feit dat de hoeveelheid bouwstof altijd wordt vermeld draagt bij tot eenduidigheid in RAW-bestekken en tot het vroegtijdig ontdekken van fouten in berekeningen of calculaties.