Relevante jurisprudentie rondom prijsvechters!
De hoogste Europese Rechter heeft op 11 mei 2023 een uitspraak gewezen die naar verwachting ook impact gaat hebben op onze Nederlandse aanbestedingen.
Het betreft hier een IT-aanbesteding waarvan de Europese Commissie de aanbestedende dienst is.
In de ogen van een concurrerende inschrijver was hier sprake van een ‘abnormaal lage inschrijving’ en maakte dit onderbouwd kenbaar bij de aanbestedende dienst. In reactie hierop heeft de aanbestedende dienst aangegeven dat “Uit een gedetailleerde financiële analyse van de gekozen offerte was gebleken dat deze in overeenstemming was met de marktvoorwaarden van de landen van waaruit de contractanten en hun onderaannemers de gevraagde diensten zouden uitvoeren.”
Het Europese Hof van Justitie heeft echter geoordeeld dat als er door een concurrerende inschrijver wordt aangegeven dat er mogelijk sprake is van een ‘abnormaal lage inschrijving’ niet kan worden volstaan met bovenstaande beperkte motivering.
Het Europese Hof geeft onder andere verder aan dat:
“Wanneer een afgewezen inschrijver die niet in een uitsluitingssituatie verkeert en die voldoet aan de selectiecriteria, de aanbestedende dienst bij schriftelijk en met redenen omkleed verzoek vraagt om uiteen te zetten waarom hij de gekozen offerte niet abnormaal laag heeft geacht, moet deze laatste derhalve een gedetailleerd antwoord geven.”
En daarnaast:
“De aanbestedende dienst kan met name rekening houden met het moeten analyseren van de inschrijving in het kader van opmerkingen in verband met:
a) de economische aspecten van het fabricageprocedé, de dienstverrichting of de bouwmethode;
b) de gekozen technische oplossingen of de uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver kan profiteren;
c) de originaliteit van de inschrijving;
d) de inachtneming van de toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu‑, sociaal en arbeidsrecht door de inschrijver;
e) de inachtneming van de toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu‑, sociaal en arbeidsrecht door subcontractanten;
f) de eventuele ontvangst van staatssteun door de inschrijver met inachtneming van de toepasselijke regels.”
De Standaard RAW Bepalingen voorzien uiteraard al in de verplichting voor de aanbesteder om de ontleding van de inschrijvingssom, ingediend door de inschrijver die op grond van het gunningscriterium voor de opdracht van het werk in aanmerking lijkt te komen, te beoordelen en, als daar aanleiding voor is, een contradictoir debat te voeren.
Met deze jurisprudentie in de hand, ligt het in de lijn der verwachtingen dat meer inschrijvers een beroep gaan doen op de aanbestedende diensten om een gedetailleerd antwoord te krijgen op vragen rondom een vermeende ‘abnormaal lage inschrijving’.
De volledige uitspraak is hier terug te lezen: eur-lex.europa.eu
Bekijk op RAW.nl meer rondom RAW en jurisprudentie