Print blogartikel
RAWeetje
Wat heeft eigendom van bouwstoffen te maken met vrijkomende materialen?
Een ‘RAWeetje’ uit de serie met veel gestelde vragen van RAW-gebruikers.
16 juli 2020 | 3 minuten lezen
Eigendom van bouwstoffen heeft alles te maken met vrijkomende materialen. De te verwerken bouwstoffen worden op een in de wet of UAV 2012 vastgesteld moment eigendom van de opdrachtgever. Op het moment dat materialen vrijkomen uit het werk is veelal de ontdoener, de opdrachtgever, verantwoordelijk voor het op een juiste manier vervoeren, verwerken of zich ontdoen van deze materialen.
Eigendom bouwstoffen
Door de aannemer geleverde bouwstoffen kunnen op twee manieren eigendom worden van de opdrachtgever. De eerste manier is vastgelegd in het Nederlandse recht; hierin is opgenomen dat als bouwstoffen ‘aard en nagelvast’ in het werk zijn aangebracht zij eigendom worden/zijn van de opdrachtgever. Wel blijft in dergelijke gevallen de verplichting om de geleverde en verwerkte bouwstof te betalen overeenkomstig de overeenkomst
De tweede manier is vastgelegd in paragraaf 19 lid 1 van de UAV 2012. De aannemer kan de directie verzoeken het eigendom van de geleverde bouwstoffen over te nemen. Hiertoe moeten de bouwstoffen door de directie conform paragraaf 18 lid 1 van de UAV 2012 worden goedgekeurd. De aannemer kan daarna via formulier B, behorend bij de UAV 2012, het eigendom overdragen aan de opdrachtgever. Voorwaarde is dat naast het overleggen van formulier B de aannemer moet aantonen, bijvoorbeeld door middel van een betalingsbewijs, dat hij eigenaar is van de bouwstof. Na overdracht van het eigendom van de bouwstof, blijft de aannemer op grond van paragraaf 20 ‘Zorg voor bouwstoffen, van de UAV 2012, verantwoordelijk voor verlies, vermissingen en beschadiging behoudens bijzondere gevallen zoals bedoeld in paragraaf 44 ‘Schade aan het werk’.
Vrijgekomen materialen
Overeenkomstig paragraaf 21 lid 1 van de UAV 2012 blijft de opdrachtgever eigenaar van de uit het werk komende oude bouwstoffen, tenzij het bestek anders vermeldt. In hoofdstuk 01.17.04 van de Standaard is e.e.a. te regelen aangaande de overdracht aan de aannemer. Voorwaarde is dat de het bestek de milieuhygiënische kwaliteit vermeld. In dat geval kan de opdrachtgever het eigendom van de vrijgekomen materialen overdragen aan de aannemer.
Indien het bestek vermeld dat de vrijgekomen materialen moeten worden vervoerd naar een inrichting (zie artikel 01.17.01), is artikel 01.17.06 van de Standaard van toepassing. In dit artikel is vermeld dat tot het vervoeren tevens behoort het afgeven van deze materialen aan de desbetreffende inrichting. Tot de kosten van het vervoer wordt tevens gerekend, tenzij het bestek anders vermeldt, de acceptatiekosten (zie artikel 01.17.01), die een inrichting in rekening brengt. Deze kosten komen voor rekening van de opdrachtgever, tenzij het bestek de hoedanigheid en de hoeveelheid van de vrijgekomen materialen vermeldt. Dan zijn deze kosten daarmee voor rekening van de aannemer. De opdrachtgever blijft hier eigenaar van de materialen tot deze is overgedragen aan de inrichting. De aannemer is in dit geval enkel de vervoerder.
Er kan ook sprake zijn van vrijkomende materialen van door de aannemer geleverde bouwstoffen en overgebleven bouwstoffen. Denk hierbij aan breek- en hakpuin van bestratingsmateriaal en overtollig bestratingsmateriaal. De aannemer is in dergelijke gevallen verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van het breek- en hakpuin en overtollige bouwstoffen omdat deze zijn eigendom blijven overeenkomstig paragraaf 19 lid 3 van de UAV. In het bestek staat bijvoorbeeld 500 m² bestrating leveren en aanbrengen. De aannemer bestelt 510 m². De hoeveelheid aangebracht wordt in het werk gemeten volgens paragraaf 38 lid 4 van de UAV 2012, dit is 500 m² en wordt ook verrekend. De 6 m² hak- en knipverlies en de 4 m² teveel besteld blijven eigendom van de aannemer en worden niet verrekend op het bestek
Duurzaam gebruik van vrijkomende materialen
In het kader van duurzaam gebruik van materialen is hergebruik van goede bruikbare materialen een belangrijk punt, met name bij opdrachtgevers bestaat de behoefte een overzicht te krijgen van vrijkomende materialen en te gebruiken materialen over meerdere projecten. Bij hergebruik van bruikbare materialen kan worden bespaard op de aanschaf van nieuwe materialen en wordt voorkomen dat bruikbare materialen worden gestort bij een verwerker, waarbij dan ook nog stort/verwerkingskosten moeten worden betaald.
Om een overzicht te kunnen krijgen van de vrijkomende materialen is nu de mogelijkheid aanwezig hier een kenmerk aan te koppelen: ‘H’ voor direct herbruikbare materialen en ‘R’ voor materialen die na een bewerking (bijvoorbeeld: breken) geschikt zijn voor hergebruik.
Hieronder een voorbeeld van een bestekspost waarin materialen met een ‘H’ en met een ‘R’ zijn gemarkeerd.