Print blogartikel
RAWeetje
Hoe kan de omgang met vrijgekomen materialen het best worden beschreven in een RAW-bestek?
De bestekschrijver heeft verschillende mogelijkheden om de omgang met vrijgekomen materialen in het bestek op te nemen.
6 juli 2020 | 5 minuten lezen
Afhankelijk van de aard van de vrijgekomen materialen, de juridische en milieutechnische aspecten die bij de overdracht van vrijgekomen materialen een rol spelen en de wens van de opdrachtgever om ze al dan niet in het werk of elders her te gebruiken, zal de bestekschrijver kiezen voor een passende beschrijving.
Voorbereiding van het werk
Het uitgangspunt van de UAV is dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor de hoedanigheid van uit het werk komende bouwstoffen en voor de bouwstoffen die door hem ter beschikking worden gesteld. De opdrachtgever blijft in beginsel eigenaar van deze materialen. De hoedanigheid, met name de civieltechnische en milieuhygiënische kwaliteit maar ook de mogelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s van in het werk vrij te komen materialen, behoren in de voorbereidende fase van het werk te worden bepaald. De opdrachtgever wordt hierbij gewezen op paragraaf 5 lid 8 en paragraaf 21 van de UAV. In paragraaf 01.17 van de Standaard RAW Bepalingen is verdere regelgeving rondom vrijgekomen materialen in het werk opgenomen.
Bij de voorbereiding van het werk zal de opdrachtgever zich onder andere de volgende vragen moeten stellen:
– Welke materialen komen er in het werk vrij en in welke hoeveelheden?
– Wat is de civieltechnische en milieuhygiënische kwaliteit van die materialen?
– Wat mag, kan en wil ik met deze materialen?
– Hoe neem ik dit op in het bestek?
Het onbeantwoord laten van één of meer van deze vragen brengt risico’s met zich mee voor de uitvoeringsfase. Denk hierbij aan veiligheids- en gezondheidsrisico’s maar ook aan het risico van vertraging en materiele schade. In dat kader wordt gewezen op:
– Door de opdrachtgever ter beschikking gestelde en voorgeschreven bouwstoffen (paragraaf 5 lid 3 en 4 van de UAV);
– uitvoeringsduur, termijnverlenging (paragraaf 8 lid 4 van de UAV);
– afwijking hoedanigheid van in het bestek beschreven werken en terreinen (paragraaf 29 lid 3 van de UAV).
Als het gaat om in het werk te verwerken vrijgekomen materialen komt de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever in artikel 01.17.02 van de Standaard RAW Bepalingen ook duidelijk naar voren: In het geval dat de opdrachtgever in de voorbereiding van het werk deze her te gebruiken materialen niet heeft onderzocht c.q. niet heeft kunnen onderzoeken, zal hij dit in de uitvoeringsfase alsnog moeten doen. Dit zal hij moeten doen “…zodanig tijdig dat gelet op het algemeen tijdschema de uitvoering van het werk daardoor geen vertraging ondervindt”.
Beschrijving van het bestek
De juiste beschrijving van de omgang met vrijgekomen materialen in een RAW-bestek is sterk afhankelijk van wat er met de vrijgekomen materialen mag en kan en wat de opdrachtgever wil dat er vervolgens met de materialen moet gebeuren.
In de regel is de omgang met vrijgekomen materialen opgenomen in de resultaatsbeschrijving waarin het materiaal vrijkomt (ontgraven, opbreken, verwijderen, …). Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden opgenomen die vaak neerkomen op de volgende opties:
1.Hergebruik in het werk;
2.vervoeren naar een inrichting;
3.vervoeren naar een andere locatie;
4.overdragen in eigendom aan de aannemer;
5.een combinatie van bovenstaande opties.
ad 1.Hergebruik in het werk
In de bestekspost wordt vermeld: “Vrijgekomen materialen verwerken volgens bestekspostnr(s)….”
Bij hergebruik in het werk mag worden verondersteld dat eenduidig is aangegeven waar materialen vrijkomen en waar deze moeten worden hergebruikt. In beginsel zijn besteksposten voor de verschillende benodigde handelingen, waaronder het vervoeren, daarom niet nodig. Ook het beschrijven of voorschrijven van het tussentijds opslaan van vrijgekomen materialen (onder andere depotvorming) alvorens ze worden hergebruikt is niet noodzakelijk. Naast de eenduidigheid die het bestek hierover op andere manieren kan bieden, is ook paragraaf 6 van de UAV (met name leden 1 t/m 4) daarbij aan te halen. Uiteraard kan de opsteller van het bestek er wel voor kiezen om dergelijke besteksposten op te nemen in het bestek.
ad 2.Vervoeren naar een inrichting
In de bestekspost wordt vermeld: “Vrijgekomen materialen vervoeren naar een inrichting”
Vrijgekomen materialen waaraan de opdrachtgever geen waarde meer hecht en die geen bouwstof (dus afvalstof) zijn, moeten naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting worden vervoerd. Het eigendom wordt daar overgedragen van de opdrachtgever aan de inrichting. De aannemer is in dat kader enkel de vervoerder.
Op grond van artikel 01.17.06 van de Standaard draagt de aannemer de acceptatiekosten die de inrichting in rekening brengt. Echter: dit geldt alleen als het bestek zowel de hoeveelheid als de hoedanigheid van de vrijgekomen materialen beschrijft. In dat geval maken de acceptatiekosten onderdeel uit van de vervoerskosten en zijn deze kosten daarmee voor rekening van de aannemer. Het is dus zaak in de desbetreffende besteksposten waar mogelijk de hoedanigheid (milieuhygiënische en civieltechnische kwaliteit) en de hoeveelheid van de vrijgekomen materialen zo nauwkeurig mogelijk te vermelden.
ad 3.Vervoeren naar een andere locatie
In de bestekspost wordt vermeld: “Vrijgekomen materialen vervoeren naar…” bijvoorbeeld: een ander werk, een depot, etc.
Met name voor het afvoeren van vrijgekomen materialen naar een ‘eindlocatie’ is het van belang eenduidig te zijn in het bestek. Voor het vervoeren naar een (tussen-)depot of een andere tijdelijke locatie is niet altijd een bestekspost noodzakelijk. Zie de toelichting bij punt 1.
ad 4.Overdragen in eigendom aan de aannemer.
In de bestekspost wordt vermeld: “De aannemer wordt eigenaar van de vrijgekomen materialen.”
Op grond van de Wet milieubeheer kan een opdrachtgever het juridische en economische eigendom van vrijgekomen materialen alleen overdragen aan de aannemer, als deze materialen niet moeten worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting. Het is verboden zich door afgifte aan een ander te ontdoen van dergelijke materialen.
Een vangnetbepaling, voor het geval de opdrachtgever deze materialen via het bestek toch wil overdragen aan de aannemer, is opgenomen in artikel 01.17.06 lid 04 van de Standaard. Deze regelt in die gevallen dat de opdrachtgever, ondanks de voorgenomen eigendomsoverdracht aan de aannemer, eigenaar blijft van die vrijgekomen materialen.
Overigens: vervoersposten c.q. het beschrijven van de afvoer van deze materialen is niet nodig. De aannemer is tenslotte de wettelijke eigenaar geworden.
ad 5.Een combinatie van opties.
Het combineren van de genoemde opties in een bestekspost is goed mogelijk. In verschillende resultaatsbeschrijvingen zijn hiervoor ook keuzemogelijkheden opgenomen.
Een goede risicoafweging is hierbij echter wel van belang. Als afwijkingen te verwachten zijn in de verschillende hoeveelheden vrijgekomen materialen kan het opnemen van meerdere besteksposten een betere optie zijn.
Voorbeeld: het opbreken van bestrating waarbij een gedeelte van de stenen moet worden afgevoerd naar een inrichting (percentage breuk) en waarbij de rest in eigendom wordt overgedragen aan de aannemer. Een afwijking van het percentage breuk leidt al snel tot de situatie waarbij de opgegeven prijs per eenheid niet meer klopt: er zitten tenslotte opbrengsten in de prijs per eenheid, die groter of kleiner worden naar aanleiding van de afwijking. Overigens is dit risico mede ingegeven door het feit dat een dergelijke beschrijving niet kostenhomogeen is.
Tot slot:
Zoals aangegeven wordt de omgang met vrijgekomen materialen meestal beschreven in de bestekspost waarin het vrijkomen van de materialen wordt beschreven. Soms is het beter om de omgang met vrijgekomen materialen ergens anders in het bestek te beschrijven. Zo kan bijvoorbeeld het vervoer naar een inrichting in een andere bestekspost worden beschreven en kunnen opbrengsten, bij het in eigendom overdragen aan de aannemer, onder de eenmalige kosten worden opgenomen.
Eenduidige besteksinformatie is daarbij van groot belang. De onderlinge samenhang van besteksposten kan worden aangegeven door middel van verwijzingen in de besteksposten. Voor grondwerk wordt onder andere vanwege de eenduidigheid in de RAW-systematiek aangegeven dat een grondbalans aan het bestek moet worden toegevoegd.
Overigens: Na voltooiing van het werk overgebleven bouwstoffen vallen niet onder vrijgekomen materialen. Zie artikel 01.17.01 van de Standaard, waar in lid 01 duidelijk is omschreven wat onder vrijgekomen materialen wordt verstaan. Deze materialen worden overeenkomstig paragraaf 19 lid 3 van de UAV aan de aannemer teruggegeven en als niet geleverd beschouwd. Te denken valt bijvoorbeeld aan hak- en knipverlies bij bestratingen en door de aannemer te veel geleverd materiaal.